vrijdag 16 september 2016

Balansverslag

Ik heb veel gelezen sinds ik klein was, ik ben niet meer gaan lezen sinds vorig jaar. Ook heb ik niet veel nieuws geleerd van het lezen van literatuur, alleen een paar woorden. Ik vond de boeken die ik las op school erg makkelijk. Mijn favoriete boek is de odyssee, het is een erg spannend en bijzonder boek. Mijn top 3 is odyssee, de 100 jarige man die uit het raam klom en verdween en de lord of the rings. Tolkien, ik weet niet waarom maar hij schrijft op een manier dat je niet kan stoppen met lezen. Fictionele boeken vind ik het leukst. Mijn favoriete boeken zijn niet veranderd, ik vind nog steeds dezelfde soort boeken leuk die ik vorig jaar ook leuk vond. Als ik meer tijd heb en me verveel ga ik meer lezen, anders denk ik dat ik evenveel blijf lezen. Ik wil de nieuwe boeken van de schrijver van de 100 jarige man die uit het raam klom en verdween nog gaan lezen, maar ik weet nog niet wanneer.

maandag 20 juni 2016

Erik of het klein insectenboek

Samenvatting
Erik Pinksterblom ligt op een avond in zijn bed. Hij heeft de volgende dag een toets en heeft alles uit zijn hoofd geleerd over insecten. Daar heeft hij het boek 'Solms beknopte natuurlijke historie' voor gebruikt. 
Hij heeft het gevoel dat er iets bijzonders gaat gebeuren en opeens ziet hij dat het schilderij van zijn overgrootvader geen gewoon schilderij is. Alle personen in de schilderijen op zijn kamer beginnen te leven. Ze praten met hem en met elkaar. 
Dan zegt Erik dat hij wel zou willen weten wat er in Wollewei gebeurt. Het is het schilderij dat naast zijn bed hangt en hij zelf zo genoemd heeft. Opeens wordt hij zó klein dat hij in het schilderij kan stappen. Daar wordt hij nog veel kleiner, kleiner dan menig insect. 
Het eerste dier dat hij ontmoet is een wesp, waarvan hij de naam niet kan uitspreken (weps). Deze neemt hem mee naar zijn huis en familie en Erik mag daar eten. De wespen maken hem duidelijk dat het erg belangrijk is van adel te zijn en een angel te hebben. Helaas kiest Erik ervoor een gedicht voor te dragen over 'de nijvere bij' (waar wespen erg op neerkijken) en bespeelt hij een bromvlieg zo driftig, tijdens het muziekuurtje van de familie, dat de vlieg overlijdt. Daarmee verliest hij zijn aanzien en trekt verder. 
Hij vliegt op de rug van een hommel, die zelf zegt filosoof te zijn, naar een hotel. Het hotel is een groot oud slakkenhuis en er wonen veel verschillende dieren. De eigenaar is een slak. De dieren hebben veel interesse voor hem en komen erachter dat Erik veel van hen af weet. Dit heeft hij natuurlijk allemaal geleerd uit 'Solms' boek. Het gaat zelfs zo ver dat de dieren aan Erik gaan vragen wat ze moeten doen, waarop hij antwoord dat ze moeten vertrouwen op hun instinct. Gewoon doen wat ze altijd hebben gedaan. Na een tijd daar gewoond te hebben vertrekt Erik op de rug van een pas ontpopte vlinder weer de weide wereld in.
Helaas wordt die vlinder verliefd en trouwt, na het voordragen van een gedicht dat hij samen met Erik gemaakt heeft, met een vlindervrouwtje. Erik staat weer alleen. 
Hij loopt alleen verder en gebruikt een dennennaald als wapen, want de insecten zijn niet zo aardig meer tegen hem. Hij heeft zijn wapen hard nodig als hij een zwarte weduwe tegenkomt en haar web kapotmaakt. Gelukkig herkent hij de manier waarop zij aanvalt en steekt de dennennaald in haar lijf. Erik overleeft het en de spin niet. 
Dan ontmoet hij de doodgravertjes die de spin begraven en Erik ook bijna hadden begraven. Hij mag bij één van hen eten. Daar komt hij erachter dat de doodgravertjes weten waar de lijst van het schilderij is. Ze noemen het 'den dam'. Ondertussen legt het doodgravertje nog haarfijn uit aan Erik dat de hele wereld draait om doodgravertjes. 
In zijn tocht om weer naar de oppervlakte te komen ontmoet Erik een worm. Deze kan niet zien en zegt dit ook helemaal niet te hoeven kunnen, wormen zijn veel beter omdat ze alles kunnen zonder te zien. Echter, de worm raakt in de knoop en heeft toch Erik's ogen nodig om eruit te komen. Een langslopende mier biedt zijn hulp aan. 
Deze mier neemt hem mee naar zijn kolonie. Erik wil graag mee want hij heeft gehoord dat al het werk stil ligt omdat de dieren zich afvragen of het wel in 'Solms' staat wat ze doen. Hij probeert ervoor te zorgen dat iedereen weer aan het werk gaat en laat ondertussen de worm ophalen door de mieren. Helaas hebben ze hem niet helemaal begrepen en brengen ze hem in wel honderd stukjes voor zijn voeten. 
Dan stelt Erik voor om samen de lijst te zoeken. De mieren mogen dan bij hem logeren. Dat vinden de mieren een goed idee en met elkaar trekken ze eropuit. Helaas komt Erik terecht in een enorme veldslag met een ander mierenleger. Net op het moment dat er iets in zijn ogen gespoten wordt en hij dat eruit wil wrijven merkt hij dat hij weer in zijn bed zit. 
Hij kleed zich aan en loopt naar beneden, maar niets is veranderd. Op school maakt hij de toets met de kennis die hij heeft maar de juf vindt het maar raar en hij moet zelfs nablijven. Erik heeft nooit meer meegemaakt dat de schilderijen gingen leven. Maar in het dagelijks leven vergelijkt hij veel mensen met de verschillende insecten die hij heeft ontmoet.
 
Ik heb deze plaatjes gekozen omdat (van links naar rechts van boven naar beneden) het boek Erik of het klein insectenboek me erg deed denken aan De kleine Johannes, ik vond het spannendste gedeelte het gevecht met de spin. Dat heb ik ook het best onthouden. Erik of het klein insectenboek is gekozen voor de nederland leest campagne, waar het gratis werdt weggegeven door de bibliotheken. Van Erik of het klein insectenboek is ook een film gemaakt, de dieren zien er raar uit maar het is wel een mooie film. Het meest zielige gedeelte vond ik dat de mieren de worm in 100 stukken terug brachten terwijl dat niet moest. Linksonder kan je zien dat erik echt heel klein was en rechts was hoe hij zijn reis begint.


zondag 19 juni 2016

Boekverslag De kleine johannes

Samenvatting
1.
Johannes woont in een oud huis met een grote tuin. Tijdens zijn wandelingen met zijn vader stelt hij vaak domme vragen ('waarom is de wereld zoals zij is?'). Hij bidt vaak om een wonder, waarvan hij weet dat het er ooit aan zal gaan komen.

2.
Als Johannes met zijn hond Presto op de vijver drijft komt er een blauwe waterjuffer aan die verandert in een elf. Hij heet Windekind en wil Johannes z'n vriend worden, op voorwaarde dat Johannes nooit zijn naam aan een mens vertelt. Door een kus van Windekind wordt Johannes kleiner en verstaat plotseling de taal van planten en dieren. Windekind zal hem de wonderen der natuur laten zien, beter dan de schoolmeesters doen. In een krekelschool leert Johannes dat krekels bovenaan alle dieren staat omdat ze kunnen vliegen, springen en kruipen. En de mens staat zeer laag omdat het dat niet kan. Hierna voert Windekind hem naar een feest in een konijnehol, ten bate van dieren die het slachtoffer zijn geworden van mensen. Johannes krijgt van de elvenkoning Oberon een gouden sleuteltje, dat op een kistje past waarin schatten zitten. Ze verlaten het feest als Johannes begint te lachen om de manier waarop de dieren dansen. Ze vallen buiten in slaap.

3.
De volgende dag begint Presto Johannes te zoeken, hij vindt hem in de duinen. Johannes denkt dat hij gedroomd heeft maar vindt het sleuteltje in zijn hand. Thuis moet Johannes zijn vader beloven niet meer weg te lopen, maar Johannes wil niks beloven. Op school heeft Johannes zijn hoofd er niet bij. Na een paar dagen ontmoet hij Windekind weer en samen gaan ze het sleuteltje veilig opbergen omdat Johannes zijn wasdag eraan kwam en dan zijn sleuteltje zichtbaar zou zijn en zijn vader hem dan thuis zou houden.

4.
Na drie weken wil Johannes Windekind zien en een duif geeft hem een veertje waardoor hij kan vliegen. Duiven leiden hem naar Windekind en samen bezoeken zij de mieren. De mieren bereiden zich voor te strijden tegen de Strijdmieren (zij noemen zichzelf Vredemieren, maar alle mieren zijn even oorlogszuchtig en noemen zichzelf zo). In het bos ziet Johannes hoe een groep mensen de rust verstoort. Daardoor wordt Johannes bedroefd en besluit bij Windekind te blijven.

5.
Windekind vertelt Johannes over de kabouters en Johannes wil ze zien. Hij ontmoet Wistik die een kruisspin uit een boekje voorleest over Kribbelgauw, de held van de kruisspinnen. Kribbelgauw is in de boekjes voor andere dieren juist een monster. Johannes wil weten in welk boekje de waarheid staat. Wistik weet van een 'waar boekje, hij zoekt er al zijn hele leven naar. Wistik verdwijnt en Windekind zegt dat dat boekje niet bestaat en dat hij niet naar Wistik moet luisteren, maar Johannes blijft over dat boekje denken.

6.
Windekind zegt dat Wistik al veel mensen naar dat boekje heeft laten zoeken en hen zo ongelukkig gemaakt. Maar Johannes wil antwoorden op zijn vragen en gaat terug naar Wistik. Wistik zegt dan 'Mensen hebben het gouden kistje, elfen hebben de gouden sleutel, elvenvijand vindt het niet, mensenvriend slechts opent het. Lentenacht is de rechte tijd, en roodborstje weet de weg.' Johannes denkt dat hij de aangewezen persoon is het kistje te vinden, gaat terug naar Windekind maar vindt hem niet.

7.
Johannes dwaalt verdrietig door het bos. Hij komt aan bij een tuinman, waar hij mag blijven gedurende de winter. Daar lezen ze uit een boek waarin over God gesproken wordt, maar dit is volgens Johannes niet het 'ware boekje.
8.
In de lente ontmoet hij een blond meisje, Robinetta met haar roodborstje. Hij brengt een leuke tijd met haar door. Wistik herinnert Johannes eraan het boekje te vinden. Robinetta zegt te weten waar het is. 

 
9.
Robinetta's vader laat Johannes de bijbel zien in de veronderstelling dat dat het boek is waar Johannes naar zoekt. Maar Johannes zegt dat dat niet het ware boek is want anders zou er vrede zijn en dat is er niet. Hij zegt dat hij geen eerbied heeft voor God. De vader wordt kwaad en stuurt Johannes weg. Johannes gaat dan het boekje zoeken maar vindt het niet. Hij vindt wel het mannetje Pluizer. Hij zegt dat hij een vriend van Wistik is en meer weet dan Wistik. Hij zegt dat Windekind nog veel dommer is dan de kabouter. Johannes zou alle gedroomd hebben. Alleen hij, Pluizer, bestaat echt en zal Johannes helpen het 'ware boekje te vinden. 

10.
Als Johannes wakker wordt is hij in een kamertje van Pluizer in de stad. Hij ontmoet Pluizer's vriend Hein. Daarna brengt Pluizer hem naar zijn leerling dokter Cijfer, die bezig een konijn te onderzoeken. Pluizer vertelt dokter Cijfer over het boekje dat Johannes zoekt. Dokter Cijfer wil Johannes wel helpen als hij sterk is en niet klein en teerhartig.

11.
Pluizer toont Johannes de armoede en ellende van het mensenbestaan in de stad. Ze gaan naar een dansfeest en Pluizer laat de ijdelheid en verveling achter de lachende mensen zien. De rondleiding eindigt op het kerkhof. Ze worden voorgegaan door een worm en bekijken het graf van een vrouw die op het feest was van binnen. Het is nu een halve eeuw later want voor Pluizer bestaat geen tijd. Ze bezoeken een paar andere graven en op het laatst het graf van Johannes, waarop hij flauwvalt.

12.
De volgende ochtend zijn ze terug bij dokter Cijfer en begint Johannes met leren. Hij doet dat maanden lang maar hoe meer hij leert hoe duisterder het wordt. Cijfer laat niet toe dat Johannes iets bewondert, als een bloem. Cijfer leert hem dat dat ondoelmatig is. Zijn verlangen naar Windekind en Robinetta nemen ook langzamerhand af. Ondertussen laat Pluizer hem de zinloosheid zien van alles. Johannes voelt zich hulpeloos, als een verminkt insekt die aan een touwtje zit waaraan Pluizer trekt. Pluizer zegt dat Johannes het sleuteltje met het boekje vergeten moet, hij moet net zo worden als dokter Cijfer.

13.
In het voorjaar verlangt Johannes naar de duinen. Hij gaat naar de duinen als zijn vader op sterven ligt. Nadat zijn vader overleden is wil Pluizer hem opensnijden om te zien wat er mis was. Dan komt Johannes voor het eerst in verzet tegen Pluizer en Pluizer verdwijnt. Bij het sterfbed zit Hein en hij prijst Johannes en zegt dat Pluizer niet meer terug zal komen. Johannes wil met Hein mee maar Hein weigert: Johannes hield van mensen hoewel hij dat zelf niet wist.
14.
Johannes maakt een keuze tussen Windekind en de mens. Uiteindelijk verlaat hij Windekind en gaat zijn keuze naar de mensheid. Johannes gaat met een mens mee, zodat hij vervolgens verder kan gaan met zijn leven.












opdracht
D. johannes praat met de dood nadat zijn vader dood is gegaan. Hij vraagt of de dood hem naar windekind wil brengen, maar de dood weigert. De dood zegt dat hij van mensen houdt en dat hij in het mensenrijk moet blijven. Dan gaat hij naar buiten en komt hij een mens tegen. De mens zegt dat hij moet kiezen tussen hem of windekind. Uiteindelijk kiest hij voor de mens en gaat hij terug naar het mensenrijk.
Het was best wel logisch dat Johannes terugging naar het mensenrijk, want hoewel er veel goede dingen in het dierenrijk waren, waren er ook heel veel slechte dingen. Uiteindelijk is het mensenrijk toch beter dus het was logisch dat hij het mensenrijk koos ook al was zijn vader dood gegaan.


Johannes praat met de dood, de dood vertelt hem dat hij terug moet gaan naar het mensenrijk maar Johannes weigert omdat er niks meer over voor hem is in het mensenrijk nu zijn vader dood is gegaan. De dood probeert hem over te halen maar het lukt niet. Dan brengt de dood Johannes naar windekind. Als Johannes aankomt bij windekind verschijnt er een mens die zegt dat Johannes moet kiezen tussen de mensen en windekind, als hij eenmaal de keuze heeft gemaakt mag hij niet meer terugkomen op die keuze. Dus Johannes moet goed nadenken en na een tijdje kiest hij toch voor windekind want hij heeft immers niets meer over bij de mensen.

zondag 11 oktober 2015

Het verhaal begint bij Telemachos, de zoon van Odysseus, die informatie probeert te vinden over zijn vader. Hij heeft zijn vader nooit gekend, omdat die net naar Troje was vertrokken toen hij werd geboren. Ondertussen is er op de berg Olympus, de woonplaats van de Goden, een vergadering aan de gang. Ze zijn aan het overleggen wat ze met Odysseus gaan doen. Op dat moment zit Odysseus op het eiland Ogygia van de nimf Kalypso. Odysseus wil graag verder met zijn reis, maar Kalypso laat hem niet gaan omdat ze verliefd is op Odysseus. De boodschapper van de Goden, Hermes, wordt door de Goden naar Kalypso gestuurd met de mededeling dat ze Odysseus moet laten gaan. Athene gaat vermomd naar Telemachos, om hem over te halen een opstand tegen de vrijers te leiden met de rest van het volk, die hij eerst over moest halen.
De vrijers waren koningen en rijke mannen van verschillende landen die naar Ithaka waren gekomen om de plaats van Odysseus in te nemen, en dus ook met Odysseus’ vrouw Penelopeia te trouwen. Ze aten en dronken alle voorraden op, en ze gedroegen zich als ongemanierde beesten. De vrijers waren met z’n honderden. Omdat het volk weigerde mee te doen aan de opstand, ging Telemachos met een schip op zoek naar zijn vader. Hij besloot richting Pylos en Sparta te varen om daar informatie te winnen over zijn vader. Zijn moeder wist echter van zijn vertrek af. In tussentijd was Odysseus’ schip kapot gegaan, omdat Poseidon, de God van de zee, wraak wil nemen op Odysseus, omdat die zijn zoon, de Kykloop Polyfemos, heeft blind gemaakt.
 Alle bemanningsleden kwam om en Odysseus spoelde aan, met hulp van de Goden, op het eiland van de Faiaken . Hij wordt gevonden op het strand door Nausikaä, de dochter van de koning van de Faiaken. Zij neemt hem mee naar haar vader in het paleis. Odysseus legt uit wat een voor tegenslagen hij allemaal heeft gehad op zijn reis naar huis. De koning krijgt medelijden en beloofd Odysseus dat hij een schip met bemanning klaar zal laten maken, waarmee Odysseus naar huis kan gaan.   Intussen zorgt Athene ervoor dat Telemachos ook terugkeert naar Ithaka, omdat Penelopeia erachter is gekomen dat ze haar zoon kwijt was, en ze daarom uit verdriet niet meer at. 
Als Odysseus op Ithaka is aangekomen, gaat hij vermomd als een bedelaar naar de varkenshoeder Eumaios. Eumaios herkent na al die jaren Odysseus nog steeds, en biedt hem een schuilplaats. Door toedoen van Athene komt ook Telemachos naar de schuilplaats van Eumaios. Hij ontmoet hier voor het eerst zijn vader en samen bedenken ze een plan om de vrijers te verdrijven.
Het plan was dat Telemachos naar zijn moeder moest gaan, om haar over te halen een wedstrijd te beginnen. Wie de boog van Odysseus kon spannen en daarna een pijl door de ogen van 12 achter elkaar opgestelde bijlringen kon schieten, zoals Odysseus dat vroeger altijd deed, zou met Penelopeia  trouwen. Penelopeia stemde in, en ze kondigde de wedstrijd aan. Telemachos had intussen alle wapens van de vrijers uit de zaal gehaald. Er werd een groot feestmaal gehouden, ter voorbereiding op de wedstrijd. Odysseus werd als bedelaar meegenomen door Telemachos. Hij mocht de restjes eten van het feestmaal. Toen het eenmaal tijd was voor de wedstrijd, lukte het geen van alle vrijers de boog te spannen. Toen Odysseus vroeg of hij het mocht proberen, werd hij belachelijk gemaakt door de vrijers. Na wat aandringen  mocht hij het toch proberen, maar hij moest eerst Iros, een andere bedelaar, verslaan in een gevecht. Hoewel Iros er veel sterker uit zag dan de schlemiel ogende Odysseus, won Odysseus met gemak. De Goden hadden hem namelijk voor heel even zijn oude 
gespierde lichaam terug gegeven. Toen Odysseus de boog had gespannen en met gemak een pijl door de 12 bijlringen had geschoten, liet hij zijn ware gedaante zien. Hij begon samen met Telemachos de aanval op de kwetsbare vrijers, die immers geen wapens meer hadden. Nadat alle vrijers waren opgeruimd, ging Odysseus naar Penelopeia toe en overtuigde haar dat hij Odysseus, haar man, was.gespierde lichaam terug gegeven. Toen Odysseus de boog had gespannen en met gemak een pijl door de 12 bijlringen had geschoten, liet hij zijn ware gedaante zien. Hij begon samen met Telemachos de aanval op de kwetsbare vrijers, die immers geen wapens meer hadden. Nadat alle vrijers waren opgeruimd, ging Odysseus naar Penelopeia toe en overtuigde haar dat hij Odysseus, haar man, was.


Bron: http://leesdossierjannickvogel.blogspot.nl/2012/03/recensie-odysseus-een-man-van-vele.html

Het boek word vanuit het ik-perspectief geschreven, maar steeds vanuit een ander persoon, bijvoorbeeld eerst vanuit Odysseus, dan vanuit Telemachos, dan weer vanuit Odysseus enzovoorts.

Scene 1
Vanuit het perspectief van De vrijers bij de boogschutterswedstrijd

Het was niemand van ons gelukt. Uiteindelijk kwam de oude bedelaar en vroeg of hij het ook eens mocht proberen. Wij vonden dat wel leuk, want wij dachten dat het hem nooit zou lukken, maar toen schoot hij ineens door de 12 ringen. Wij schrokken ons dood en voor we het wisten stond Odysseus daar in plaats van die oude bedelaar!



Scene 2
Vanuit het perspectief van eumaios

Er klopte een oude bedelaar aan. Hij vroeg of hij binnen mocht komen. Toen hij binnenwas vertelde hij dat hij eigenlijk odysseus was die vermomd was door athene. Ik schrok me dood!


Bij de eerste scene veranderd er veel, want je perspectief veranderd van een goed persoon naar een paar slechte personen.

In de 2e scene veranderd er niet echt veel, want het perspectief veranderd van iemand die binnenkomt naar iemand die iemand anders binnenlaat. Ze denken ongeveer hetzelfde en zien hetzelfde.